Kokkels uit de Waddenzee
Een ware delicatesse uit het hoge noorden met een uitgesproken eigen smaak. Kokkels komen van nature voor in de Waddenzee, waar ze nog steeds gevonden worden. Hoe verser ze zijn, hoe beter. Dan zijn ze sappig met het zilte zeewater in zich opgenomen. Bij verschillende visboeren kun je ze vers krijgen. Als je ze kookt, lijkt de bereiding erg op die van mosselen. Je kunt ze ook stomen of bakken, maar dat bekijken we misschien een andere keer.
- Pak de kokkels.
- Was de kokkels onder koud stromend water. Verwijder eventuele open en gebroken kokkels.
- Zet een pan op het vuur met een laagje water (ongeveer 300ml).
- Breng aan de kook met de deksel helemaal op de pan.
- Voeg nu de kokkels toe en roer even door.
- Doe de deksel weer op de pan en zet het vuur hoog.
- Kook de kokkels drie-vier minuten. Als de meeste kokkels open gegaan zijn, kook je ze nog een minuutje door.
- Roer weer even door en haal de pan van het vuur.
- Giet af.
De smaak van kokkels is sterker dan van mosselen. Ze komen dan ook makkelijk tot hun recht als de rest van het eten niet een al te sterke smaak heeft. Op de foto zie je ze geserveerd met witte rijst, koriander en gebakken garnalen.